Als 19-jarige ging ik in Rotterdam wonen. Die wereld in het dorp was mij te klein – toen ik naar een open dag van de universiteit ging, merkte ik dat dít ook de wereld was. Ik hoefde er alleen maar voor naar de stad.
Tijdens mijn studie Algemene Cultuurwetenschappen vertrok ik twee keer naar Berlijn om daar te studeren aan de Humboldt Universität. Hier ontdekte ik, dat ik ‘de stad’ zelf ook kon bestuderen: ik kon mijn liefde voor de stedelijke omgeving combineren met de studie van de stad. Ik was verkocht. Eenmaal terug in Nederland deed ik de Master Grootstedelijke Vraagstukken en Beleid.
Naast mijn werk als projectleider, onderzoeker, docent en scriptiebegeleider, deed ik mijn promotieonderzoek naar het gebruik, de productie en het beheer van alledaagse stedelijke pleinen. In mijn proefschrift onderzocht ik hoe dit samenhangt met veranderingen in de maatschappij en hoe al die processen de openbaarheid van plekken beïnvloeden.
In deze periode heb ik veel tijd doorgebracht op stedelijke pleinen en straten om te praten met bezoekers en bewoners, mee te doen met hun activiteiten – als dat mogelijk was – en te kijken wat zij doen. Dat alles met als doel de straten en pleinen te beschrijven vanuit hun perspectief: de bezoekers en bewoners centraal.